Anderhalf jaar geleden schreef ik een e-mail aan OMS om te vragen of het zin had om een MRI te laten maken. Mijn gedachte was dat je zo kunt zien of de OMS-levensstijl succes heeft of niet. De webmaster van de de OMS-website schreef terug dat dit niet nodig was; het gaat erom hoe je je voelt. Maar koppig zoals ik ben vond ik toch dat een MRI nodig was. Toen ik de uitslag kreeg was ik super euforisch: de oorspronkelijke vlekken in mijn hoofd waren weg getrokken – weliswaar was er een vlekje bijgekomen in mijn hersenstam. Maar dat was niet recentelijk actief geweest.
Twee maanden terug liet ik nogmaals een MRI maken. Hoewel ik rekening had gehouden met het feit dat de MRI niet brand schoon zou zijn, dacht ik hier stiekem toch aan. Maar de realiteit bleek, dat ondanks al mijn oude vlekken verder waren weggevaagd, er een nieuwe grote is bijgekomen. Mijn neuroloog zei dat normaal gezien zo’ n vlek op een schub wijst. Maar die heeft nooit plaats gevonden. De grap van het hele verhaal is (en dat besefte ik me in het kantoor bij de neuroloog) dat de mate van MS wordt beoordeeld aan de hand van je fysieke kunnen – ook wel neurologisch cijfer. En dat is bij mij onveranderd gebleven: nog steeds nul.
Waar de MRI me wel op gewezen heeft is dat ik scherp op mijn levensstijl moet blijven letten. Zo heb ik een aantal maanden geleden veel stress ondervonden van mijn tweede baan. Daar ben ik ondertussen mee gestopt en ik maak nu meer uren bij mijn hoofdbaan en ook voor mijn eigen onderneming. Ook let ik wat beter op de kwaliteit van de vetten die ik binnen krijg: ik ben gestopt met het eten van geroosterde noten en neem nu ook vloeibare vitamine d3. Maar in feite heb ik niets te klagen. Ik voel me nog steeds super gezond en kan me eigenlijk niet voorstellen dat ik ooit last van MS had. Ik heb ondertussen wel een realistischer beeld van de ziekte: mijn MS blijft actief maar de OMS-levensstijl zorgt dat de ziekte niets kan uitrichten. Tijd voor weekend 🙂