De titel van dit bericht brengt een wat donkere teneur met zich mee. Terwijl dat eigenlijk niet bedoeld is. In een vorige post schreef ik (ook in relatie tot sporten) “Je moet eigenlijk accepteren dat je niet meer zo actief kan leven als voorheen. Ik heb dit zelf pas onlangs onderkend.” En dit is nog steeds, maar eigenlijk merk ik dat mijn lichaam nog steeds sterker wordt. Ik heb minder rust nodig na mijn werk en mijn sportprestaties worden ook steeds beter. Ik denk er nu zelfs over na om binnenkort aan een hardloopwedstrijd mee te doen. Ik heb dat al eens gedaan voordat ik de diagnose MS kreeg, maar ik vond dit toen zo’n stressvolle ervaring dat ik nog tot voor kort dacht, dat nog een keer in een wedstrijd participeren mogelijk een schub zou opwekken. Dat gevoel heb ik nu niet meer en ik ben ook zeker dat het geen overmoed is. Langzaam bekruipt me ook het besef dat ik al 2,5 jaar de OMS-levensstijl volg en geen medicijnen gebruik. En dat dit me bepaald geen windeieren heeft gelegd. Dus voor alle MS-ers die op hetzelfde pad zitten: houd vol en heb geduld! (En natuurlijk niet smokkelen…)
Tagarchief: Sport
MS en de omgekeerde lepeltheorie
In de wereld van de chronisch zieken gonst al een tijdje de lepeltheorie rond. De lepeltheorie is een metafoor waarmee je als chronisch zieke kunt uitleggen hoe het voelt om chronisch ziek te zijn. Het komt er in feite op neer, dat iedereen een set lepels heeft, die symbool staat voor je energievoorraad. Elke activiteit die je op een dag doet, kost je een bepaald aantal lepels. De crux is dat een chronisch zieke veel minder lepels heeft dan een gezond persoon. En daardoor is zij/hij bij dezelfde mate aan activiteit door zijn lepels heen.
Bovenstaande is voor de meeste MS-ers heel herkenbaar aangezien vermoeidheid een van de meest gehoorde klachten is. Wat nou als er een magisch manier zou zijn om steeds meer lepels te bemachtigen? Nou, om je uit de droom te helpen: die is er niet. Maar om toch in de lepelhoek te blijven: met twee eetlepels visolie of lijnzaadolie per dag, neemt je energievoorraad al toe, en nemen je schubs af. Wil je (bijna) helemaal van je schubs af zijn, dan kun je natuurlijk beter het hele Swank/ Jelinek dieet volgen.
Zelf merkte ik dat mijn eerste lepels al vrij snel arriveerde nadat ik met het Jelinek dieet begon. Een ongeveer een half jaar na dato stroomden ze binnen, waardoor ik eigenlijk iets te enthousiast werd en er een paar verloor. Na negen maanden voelde ik me praktisch als voor de tijd dat ik MS had, en eigenlijk iets beter. En nu, na meer dan een jaar, zit ik dit stukje om acht uur ’s ochtends vrolijk te typen na nacht met drank en 6 uur slaap. En dadelijk ga ik nog een rondje hardlopen.
Ik denk wel dat ik vanmiddag een dutje doe; ook een gezond mens heeft niet oneindig veel lepels.
Hardlopen en Multiple Sclerose (MS)
Vier maanden voordat ik de diagnose MS kreeg liep ik elke week 15 kilometer hard. Na mijn zomerschub in dat jaar (2010), mocht ik blij zijn als ik het einde van de straat haalde. Toch heb ik vandaag voor het eerst in tijden weer ongeveer 10 kilometer hard gelopen in iets meer dan een uur, en zonder restklachten nog wel (ook erna). Dit heb ik aan maar een ding te danken: het Jelinek-dieet. Goed, ik eet dan wel geen zuivel en vlees meer, maar dat heb ik er graag voor over. Of zoals mijn neuroloog onlangs zei “het werkt voor je, dus ga er mee door”. Ondertussen voel ik me super, zij het wat moe van het lopen 😉